Wiscat oefentoets
Een Wiscat oefentoets maken is slim als je voor de Pabo de rekentoets moet halen. Met een oefentoets Wiscat zie je of je de basisvaardigheden rekenen beheerst en je voldoende snelheid hebt in het maken van sommen. Er is maar één officiële Cito Wiscat oefentoets beschikbaar, die van 2016.
Pabo studenten hebben echter behoefte aan het oefenen van meer Wiscat oefentoetsen. Vanuit die vraag heb ik, als ervaren Wiscat bijles en trainingsdocent, een boek samengesteld met 5 Wiscat oefentoetsen. Elke toets heeft 55 vragen en geven een goede afspiegeling van wat je kunt verwachten op de echte Wiscat rekentoets.
WISCAT is nu RWT-Pabo
Per 1 september 2024 vervangt de RWT-Pabo de Wiscat rekentoets. Dit is de nieuwe Landelijke Reken- en Wiskunde Toets voor leerjaar 1 van de Pabo.
Aan de RWT zijn nieuwe rekendomeinen toegevoegd.
Ontdek alles over de RWT op onze nieuwe website PaboRekenAcademy.nl
Wiscat oefentoets 2024
De Wiscat toets is een belangrijk onderdeel op de Pabo en wordt ook in het schooljaar 2023/ 2024 gehouden. Je moet slagen voor de Wiscat toets om je Pabo opleiding voort te mogen zetten.
Deze rekentoets wordt door Cito samengesteld en bestaat uit twee onderdelen: hoofdrekenen en gemengde vragen.
In totaal heb je voor de wiscat toets 100 minuten om 55 vragen te beantwoorden. Daarom is het maken van oefentoetsen Wiscat zo belangrijk.
Hier leggen we je uit hoe de Wiscat toets in elkaar zit en uit welke onderdelen deze bestaat. Verder geven we een voorbeeld vraag bij elk onderdeel van deze toets. En wat zijn de valkuilen bij de Wiscat toets? Hoe kun je het beste de wiscat toets oefenen?
Wiscat toets onderdelen
Deel 1 toets Wiscat is hoofdrekenen:
17 sommen in 17 minuten
Het eerste onderdeel van iedere Wiscat rekentoets is hoofdrekenen. Je krijgt 17 vragen die je uit je hoofd moet uitrekenen in 17 minuten. De vragen testen kennis van optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, breuken, procenten en decimalen. Ook krijg je soms een vraag waarbij je moet schatten.
De vragen van de verschillende onderdelen worden door elkaar gesteld. Gemiddeld heb je 1 minuut per vraag. Dit deel van de wiscat toets doe je uit je hoofd: zonder kladpapier, zonder rekenmachine.
Voorbeeld vragen zijn:
Samengevat hoofdrekenen in de Wiscat toets:
Deel 2 toets Wiscat zijn gemengde vragen:
38 sommen in 83 minuten
Bij dit deel van de Wiscat toets worden 7 soorten rekenvragen door elkaar gesteld. Dat zijn vragen over basisvaardigheden, verhoudingen, breuken, procenten, decimalen, meetkunde en kansberekening.
Samengevat gemengde vragen in de Wiscat sommen:
- Type vragen: veelal verhaaltjes vragen; gemengde sommen.
- Onderdelen: plus, min, keer, delen, verhoudingen, breuken, procenten, decimalen, meten, kansen en formules.
- Aantal vragen 38
- Totale tijd: 83 minuten
- Tijd per vraag: gemiddeld heb je 2 minuten per vraag.
- Hulpmiddelen: kladpapier, maar geen rekenmachine.
Basisvaardigheden Wiscat oefentoets (1)
Bij dit onderdeel worden verschillende vaardigheden getest. Het betreft optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Dit wordt vaak gecombineerd met grote getallen. Je krijgt ook vragen waarbij je moet weten wat de volgorde is van rekenen (wat mag eerst in de som).Kwadraten en wortels zijn ook belangrijk. Daarvoor is een rekenschema: die moet je kennen. Kladpapier is toegestaan; soms een rekenmachine.
Voorbeeld vraag:
Wiscat verhoudingen (2)
Dit zijn vaak vragen waar gewerkt wordt met een schaal. Je moet dit in een verhoudingstabel kunnen zetten. Je moet berekenen wat de grootte van iets is in de werkelijkheid, waarbij de schaal gegeven is. Met verhoudingstabellen moet je ook dingen met elkaar kunnen vergelijken.Voorbeeld vraag:
Wiscat breuken (3)
Bij breuken komen de volgende berekeningen voor: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Per berekening heb je belangrijke stappenplannen en regels. Die moet je goed kunnen toepassen. Zo moet je breuken kunnen verkleinen. Dat heet vereenvoudigen. Het gelijknamig maken van breuken is ook een vaardigheid die veel voorkomt. Breuken kunnen klein zijn (1/2), maar ze kunnen ook in grote getallen voorkomen (1852 2/3).
Voorbeeld vraag:
- 1/6 deel van 360=
Ken je de relatietabel tussen breuken, decimalen en procenten? Je vindt dit handige rekenschema als BONUS in het boek 'WISCAT oefentoetsen'. Ook vind je in het boek slimme stappenplannen voor sommen.
Bekijk het boek 'WISCAT Theorie- en Werkboek'
Wiscat procenten (4)
Bij vragen over procenten zijn er veel mogelijkheden. Er kunnen basis vragen worden gesteld, bijvoorbeeld: “Wat is 25% van 200?” Moeilijke vragen gaan bijvoorbeeld over het uitrekenen van de btw. Bij dit soort sommen mag je vaak een rekenmachine op de computer gebruiken.
De vaardigheid van het gebruiken van een ‘kruistabel’ is hier heel slim. Verder moet je handig zijn met het kunnen verschuiven van de komma. Zo kun je gemakkelijk 10% en 1% uitrekenen van getallen. Verder worden procenten nog weleens op de toets gecombineerd met breuken.
Voorbeeld vraag:
- Wat is 1/4% van 1600?
- Wat is 2/3% van 1800?
Wiscat decimalen (5)
Bij decimalen zijn veel soorten vragen mogelijk. Het kan gaan over optellen en aftrekken, maar vaker moet je vermenigvuldigingen en delingen uitvoeren. Hierbij moet je goed het stappenplan voor decimalen paraat hebben. Deze kun je lezen in het boek 'WISCAT oefentoetsen'.Er zijn belangrijke verschillen tussen x en : met decimalen. Het is belangrijk dat je nauwkeurig werkt, omdat je vaak de komma’s moet verplaatsen in getallen. De vragen kunnen best lastig zijn.
Voorbeeld vraag:
In het boek 'WISCAT oefentoetsen' staat een slim stappenplan voor werken met decimalen.
Wiscat meetkunde of meten (6)
De meeste Pabo-studenten vinden het onderdeel meetkunde of meten het lastigst. Het metriek stelsel speelt een belangrijke rol. Je moet precies weten welke maten (kilometer, meter, centimeter) worden gebruikt. En wat de volgorde is in het stelsel. Vaak ga je maten omrekenen, bijvoorbeeld van liter naar centiliter.
Bij meetkunde wiscat hoort ook het berekenen van oppervlakte en inhoud. Vragen over de oppervlakte gaan over vormen, zoals rechthoek, driehoek, cirkel en parallellogram.
Vragen over het berekenen van de inhoud gaan over vormen, zoals kubus, bol, cilinder en kegel. De formules moet je goed uit je hoofd kennen. Soms krijg je op de cito wiscat toets een formuleblad als hulpmiddel.
Verder horen bij meetkunde vragen over het omrekenen van meter per seconde, naar kilometer per uur. Dit kan ook andersom worden gevraagd. Met een handig trucje, kun je die rekenvragen oplossen. Tot slot gaat een klein stukje van de toets over de vergrotings- en verkleiningsfactor. Dit bereken je met een formule.
Voorbeeld vraag:
- Een aquarium heeft de volgende afmetingen: 25 dm x 5 m x 65 cm. Wat is de inhoud van het aquarium in liters?
In het boek 'WISCAT oefentoetsen' staat een handig overzicht van het metriek stelsel.
Bekijk het boek 'WISCAT oefentoetsen'
Wiscat kansberekening en formules (7)
Kansen en formules is een breed onderwerp. Bij kansberekening maak je gebruik van breuken. De vragen gaan vaak over dobbelstenen en speelkaarten. Hierbij kijk je naar het aantal gunstige mogelijkheden en het totaal aantal mogelijkheden bij een situatie.Bij formules moet je vergelijkingen met ‘x’ kunnen oplossen. Je moet de formule bij een lijn, het lineair verband, kunnen opstellen en hier vervolgens berekeningen mee maken. Andersom moet je ook een grafiek kunnen aflezen. Nauwkeurig lezen is belangrijk.
Voorbeeld vraag:
Toetsen oefenen voor de RWT-PABO
Pabo-studenten die behoefte hebben aan het oefenen voor de reken-en wiskundetoets van het eerste jaar zijn op zoek naar oefenmateriaal. Vanaf juli 2024 heeft Cito een voorbeeldtoets beschikbaar.
Wil je meer oefenen met oefentoetsen voor de RWT-Pabo? Alle theorie en rekenregels leren voor deze landelijke reken- en wiskundetoets?
Start dan met leren en oefenen uit deze boeken!
- RWT-Pabo Oefentoetsen boek
- RWT-PABO Theorie- en werkboek
Nu verkrijgbaar!